Helpuh! Helpuh! Mijn zoontje stond met een grote lach op zijn gezichtje en trappelend van ongeduld voor de stal van Coos. Zo af en toe heeft Coos een periode waarin ze graag in haar stal staat. Ze staat er droog en uit de wind en er zitten geen dazen of vliegen. Ik begrijp haar wel.
Het enthousiasme van mijn zoontje om die stal schoon te maken begreep ik ietsjes minder goed. Het is nou niet echt mijn favoriete klus bij de paarden. Maar wat wilde dat kleine jongetje graag helpen.
Nu is Coos het liefste paard van de wereld en is ze ontzettend voorzichtig, maar het blijft een paard. 500 kilo paard tegenover 15 kilo peuter, daar begin ik niet aan. Lief paard of niet. En dus mocht dat lieve paard even buiten wachten tot de minstens zo lieve peuter de kruiwagen had vol geschept. Of daar in ieder geval pogingen toe had gedaan, want voor een peuter is een kruiwagen zoiets als een vrachtwagen voor ons. Groot, zwaar en onhandig. Net als een mestboy. En de veger, want zijn eigen vegertje gebruikt hij niet. 'Ik wil mama's veger, veel leuker!'
Terwijl ik de deur van de stal dicht deed dacht ik ineens terug aan de start van de reis die ‘paarden aan huis hebben’ heet. Toen onze paarden verhuisden van de pensionstal naar huis veranderde er voor hen eigenlijk niets. 's Nachts stonden ze allemaal in hun eigen stal met een pluk hooi en wat stro om op te knabbelen. En in te plassen, poepen en slapen, dat ook. Datzelfde stro, ja.
En daar ontstond natuurlijk een probleem. Een paard poept en plast behoorlijk wat en ik mestte iedere dag de stallen uit, schudde het stro op, maakte het mooi recht en deed er wat vers stro overheen. Dat ging in herhaling. 7 dagen in de week. Maand in, maand uit.
Ik herinnerde mij, daar in die stal met mijn zoontje, mijn vriendin, die zei dat ze stallen met tralies net gevangenissen vond. Ik voelde dat ze dat echt zo ervaarde maar ik begreep het niet. Hoezo, gevangenis? Mijn paard stond lekker warm en droog, kon in het knusse stro liggen en er van knabbelen. Het luik van de deur was open, dus de paarden keken gezellig de gang in. Hoezo, gevangenis?
Ondertussen ben ik een aantal jaar verder. De paarden leven in een natuurlijke huisvesting en nu begrijp ik haar. Ik voel wat zij voelt als ik door een lange stalgang loop met paarden achter tralies.
Ik zou het niet meer kunnen. Ik zou mijn paard zo niet meer langdurig kunnen houden, het zou me verdriet doen.
Toch zal ik nooit vergeten dat ik mijn vriendin ooit niet begreep. En ik zal ook nooit vergeten dat het voor haar oké was dat ik haar niet begreep. Ze liet mij in mijn waarde en beantwoordde rustig en liefdevol de vragen die ik had toen ik het anders wilde gaan doen. Wat had ik daar veel aan. Wat was het fijn om te kunnen leren van iemand die al ervaring had met natuurlijke huisvesting. Die me in mijn eigen tempo mijn weg liet vinden in hoe ik het dan precies anders wilde, en wat paste bij mijn paarden en bij mij.
Ik hoop dat ik voor jou ook zo iemand mag zijn. Dat je weet dat ik je niet veroordeel. Dat je weet dat je welkom bent als je paard in pension staat, of dat je pony rijdt op de manege. De liefde voor de paarden, dat is wat ons bindt. We willen allemaal hetzelfde: blije paarden en blije mensen. Ik hoop dat ik je mag inspireren om het leven van je paard én dat van jezelf, te verrijken.
Terwijl mijn zoontje meer mest naast de kruiwagen weet te krijgen dan erin en we daar samen hard om lachen weet ik: dit is waar het om gaat. Om lol maken, om lachen en ontspannen.
Als we allemaal naar de wereld konden kijken als een peuter zouden we overal de mogelijkheid kunnen zien om er iets gezelligs van te maken en hadden we nergens een oordeel over.
Ik hoop dat jij je welkom voelt hier.
Welkom,
Bij No-nonsense en Co