‘Eindelijk’, denk ik, terwijl ik de postbode in zijn auto zie stappen. De nieuwe deken van Coos. Dat was hard nodig. De deken die ze op had was ruim acht jaar oud en begon minder goed waterdicht te worden. Ze had echt een nieuwe nodig maar het duurde even voor ik iets besteld had.
Er was eens een tijd dat een deken kopen heel eenvoudig was. Ik keek wat voor budget ik had, ging naar de ruitersportzaak en kocht de deken die ik mooi vond. Eigenlijk was dat mijn belangrijkste eis: dat het mooi was. Ik wist niks van de verschillende soorten materialen, deniers of de zin of onzin van bilkoorden en loopsplitten. Waterdichtheid was totaal niet interessant want als het regende kwam mijn paard niet buiten. Wat was ik blij met de prachtige, lichtblauwe ANKY staldeken. Het was een prachtig gezicht op mijn zwarte paard. En de eenvoud! Hoe simpel was het om een deken te kopen! Ideaal!
Mijn paard werd er waarschijnlijk totaal niet gelukkig van, maar daar was ik eerlijk gezegd niet mee bezig. Niet uit onwil trouwens, maar uit onkunde. Een totaal gebrek aan kennis.
Hoe anders is dat nu, na heel wat jaren sportpaarden houden in een natuurlijke huisvesting. Ik vind het prachtig en ik ben er van overtuigd dat mijn paarden dat ook vinden.
Alleen het kopen van een deken, dat gaat nu even wat anders dan vroeger.
Mijn paarden hebben een deken op. Ja, ze hebben een prima vacht en het worden vast prachtige teddybeertjes als ze geen deken op zouden krijgen. Ze zouden zich daarmee prima warm en droog houden, met zo’n vacht. Het punt is alleen dat ze met diezelfde vacht drijfnat worden van het zweet na een kwartier trainen. En dan heb ik het niet over een rustig buitenritje op de hei maar over een dressuurtraining in voorbereiding op een wedstrijd. Mijn paarden kunnen dat niet met een shetlander-vacht. Ze worden namelijk niet alleen drijfnat, ze raken ook heel snel buiten adem door de warmte. Aangezien ik zelf na het los-stappen ook graag mijn winterjas uit trek begrijp ik ze. En dus hebben ze een deken op en worden ze als het nodig is geschoren. Maar dat zijn geen redenen om je paard binnen te laten staan. Zoals ze in Scandinavië zo mooi zeggen: slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel. Voor mijn paarden is dat niet anders. Als je een sportpaard hebt, laat dan zijn jas alsjeblieft geen argument zijn om te zeggen dat zo’n paard niet naar buiten kan.
Na acht jaar trouwe dienst zoek ik dus naar een nieuwe deken. Het eisen-lijstje ziet er totaal anders uit dan 15 jaar geleden.
De kleur maakt me niet uit. Het aantal glitters ook niet. Nu mijn tracks mooi droog zijn blijven de dekens eigenlijk heel mooi schoon, maar de kleur vind ik echt het minst belangrijk van alles. De pasvorm daarentegen is echt van groot belang. Omdat mijn paarden 24 uur per dag bewegen moet een deken goed passen en vooral niet gaan schuiven. Daarmee krijg je schuurplekken en dat wil je niet. Ik kijk dus niet naar welk merk de mooiste deken heeft maar naar welk merk de best passende pasvorm voor mijn paard heeft. Dat kan per paard verschillen. De maat is ook een ding, sommige merken maken net wat meer maten dan anderen. Zo is bij Coos een 185 te klein maar een 195 schuift. Gelukkig zijn er merken die een 191 verkopen en dat ligt perfect. Het materiaal van de deken is ook van groot belang. Hoewel we meerdere schuilmogelijkheden hebben staan de paarden eigenlijk in weer en wind buiten. Waterdicht moet dus ook écht waterdicht zijn. Ik kies daarom altijd voor een merk met een waterdichtheidsgarantie. Die kan je dan weer niet overal laten uitwassen, maar dat hoeft ook niet iedere week natuurlijk. De kwaliteit van de stof, het aantal deniers en de stiksels zijn belangrijk. De paarden leven in een kudde en een deken moet gewoon tegen een stootje kunnen.
En dan nog een belangrijke: één van mijn eisen is dat er reflecterende materialen gebruikt worden. Dat hoeft geen hele deken te zijn, maar ergens een paar goed reflecterende strepen zijn ideaal. Echt. De tijd van gedachteloos naar de box van je paard lopen, het halster om doen en je paard meenemen zijn voorbij als je paard in vrijheid over het hele terrein kan dwalen. Niets is handiger dan met een zaklamp over het terrein schijnen en in het donker de deken van je paard te zien reflecteren. Niet altijd komen ze aanstormen als ik met brokjes rammel, gewoon omdat hun buik nog vol zit met hooi of omdat ze zo lekker liggen te slapen. Helemaal prima hoor, maar ik heb nu al meerdere malen een rolberoerte gehad omdat ik er van overtuigd was dat ze ergens door de draad waren gegaan en niet meer thuis waren. Ik heb wel eens met de zaklamp door het weiland van de buren geschenen omdat ik de paarden niet meer kon vinden, en toen bleken ze achter in een hoek van de track te staan. Ze stonden gewoon, ze lagen niet eens! Met hun donkerblauwe dekens op waren ze volstrekt onzichtbaar geworden, zeker omdat het geen schimmels zijn. Als ik naar mijn paard ga om te rijden vind ik het ook gewoon handig als ik in één keer de goede kant op loop, en dan is het best praktisch als ik weet waar dat is.
Ik heb best een lijstje met eisen dus, maar dekens die geschikt zijn voor in een natuurlijke huisvesting bestaan echt. Dat zie je ook wel aan de leeftijd van de deken die vervangen moest worden: die was ruim acht jaar oud en heeft al die jaren meegedraaid in deze vorm van huisvesting. Je moet alleen even goed vergelijken en passen, kwaliteit misschien voor bling-bling laten gaan en je dekens zorgvuldig onderhouden. Gelukkig heb ik dit keer mijn huiswerk goed gedaan en past de deken die bezorgd werd perfect. Het is een goed merk en zonder al te gekke dingen hoop ik er weer acht jaar mee te kunnen doen. Coos heeft hem in ieder geval al goed uitgeprobeerd vandaag, ze kan er prima mee rennen, bokken en rollen. Coos blij, ik blij.